Het gevolg is dat chronische hyperventilatie zichzelf in stand kan houden. Een voorbeeld: als je te veel ademhaalt en dus te veel kooldioxide uitblaast, wordt de verbinding tussen zuurstof en hemoglobine (de transporteur van zuurstof in ons bloed) sterker; hierdoor kan zuurstof minder goed aan lichaamscellen worden afgegeven. Door te veel ademen krijg je dus een tekort aan zuurstof. Dat tekort aan zuurstof dwingt je dan weer om meer adem te halen.
Een andere vicieuze cirkel heeft te maken met emotionele overspannenheid. In een stresstoestand bereidt ons lichaam zich voor op zware lichamelijke inspanning (vechten of vluchten) en onze ademhaling wordt daardoor dieper en frequenter. Maar wij zijn beschaafde (of uitgeputte) mensen; wij gaan (of kunnen) niet rennen en wij vechten niet, maar blijven gewoon rustig op een stoel zitten met onze gedachten. De beweging blijft uit maar tegelijkertijd zij wij wel meer gaan ademen (en dus te veel kooldioxide kwijt gaan raken). Dit is slecht voor de chemie van ons lichaam en veroorzaakt weer méér stressgevoelens.
Dus: hoe meer je ademt, des te meer gestrest je bent en hoe meer gestrest je bent, des te meer je ademt. Ondanks het hogere volume van ingeademde lucht door de mond heeft je lichaam eigenlijk steeds minder zuurstof.